Jaak Vermeulen van het Dingenshof is zo één van die fokkers die zijn lot in de handen van Michel Spaas heeft gelegd. Zeventien jaar geleden kocht hij een aantal fokmerries bij Berkenbroeck en uiteraard waren die allen drachtig van de hengsten die daar ter dekking stonden. Vermeulen was meteen verheugd over zijn eerste fokproducten en bleef zijn zaad halen in Bree, ten huize Michel Spaas. Het bracht hem niet veel later het veulen Abbervail vh Dingenshof (Nonstop x Jus de Pomme), dat zou uitgroeien tot één van de beste springpaarden van het afgelopen lustrum.
Dit jaar won hij met zijn vaste ruiter Denis Lynch nog het Rabobank Kampioenschap van Rotterdam. De Wereldbeker van ’s Hertogenbosch staat op zijn palmares en ook in de GP-kwalificatie en in de grote prijs van het Pfingst Turnier van Wiesbaden gaf hij de concurrentie het nakijken in het begin van zijn carrière. In tussentijd stond hij ontelbare keren in de toptien.
Moeder Queen was vier jaar en drachtig van Quinten Van ’t Merelsnest (Darco), destijds een jonge hengst van Spaas, toen ze bij Jaak Vermeulen aankwam. Hij bleef met haar fokken, waardoor de merrie nooit in de sport terechtkwam. Het jaar dat Jaak Queen kocht, had ze al een Nonstop-merrieveulen gegeven bij Spaas. Una van Berkenbroeck zou in Groot-Brittannië als Fresh Direct Una door Tim Stockdale als speedpaard ingezet worden op de internationale wedstrijden. Ze klasseerde zich onder andere in Oslo, Birmingham, Vigo, Bordeaux, Nantes en Lyon. Het volgende veulen werd bij Jaak Vermeulen geboren en zou Vivaldo vh Dingenshof (Quinten Van ’t Merelsnest) heten. Na tussenstappen in Engeland en Duitsland, waar hij onder Armin Schäffer 1.40-1.50m sprong, is dat paard in de Verenigde Staten verzeild. Een jaar nadien gaf Queen de ruin Worrior vh Dingenshof (Nonstop). Onder de Brit Simon Buckley sprong Worrior succesvol internationaal grote prijzen. Op de Portugese twee- en driesterren GP’s van Comporta verdiende Worrior een tiental keer prijzengeld. Een jaar na de geboorte van Worrior had Queen Abberuail aan de voet en die zou nog beter worden als zijn voorgangers.
Dat het zo’n vaart zou lopen, had fokker Jaak Vermeulen nooit gedacht. ‘Anders had ik zeker zijn moeder niet verkocht. Die ging samen met haar veulen Abbervail aan de voet weg naar Frankrijk. Mijn vader was destijds paardenhandelaar en dat zakeninstinct heb ik van hem meegekregen. Je hebt zo van die mensen die van niets afscheid kunnen nemen en je hebt er die in alles handel zien. Ik ben van de tweede categorie. In principe mag bij mij iedere merrie en ieder veulen vertrekken. Ander en beter, denk ik altijd. Ik heb een veertigtal paarden en die fokkerij vormt slechts een nevenactiviteit. Het meeste tijd schenk ik aan mijn vleesveeboerderij. Paarden fokken doe ik nu twaalf jaar, voordien wilde ik geen paard meer op mijn erf. Ik was ze als kind beu gezien. Toen mijn eigen kinderen Mitch en Kevin om een pony vroegen, hebben de paarden terug hun weg gevonden naar onze familie. Intussen doet mijn jongste zoon Kevin niets anders meer dan paarden uit eigen fokkerij trainen. We hebben daarom op de boerderij een nieuwe buitenpiste aangelegd en een stapmolen geplaatst. Kevin leerde het vak bij LRV en reed ook een tijdje voor Peter Postelmans. Met Verona vh Dingenshof (Quinten vh Merelsnest), klasseerde hij zich meermaals in internationale grote prijzen.’
Abbervail kwam als veulen samen met zijn moeder in Frankrijk terecht op Haras de Beaufour van Eric Levallois. Via Luc Ringoot vond hij de weg terug naar België. Eddy Godecharle verkocht hem als zevenjarige aan Jos Lansink en Ecurie d’Ecaussinnes. Na een geslaagd internationaal debuut kocht familie Straumann de ruin voor Denis Lynch.
Jaak Vermeulen: ‘Ik heb geen enkele merrie overgehouden uit zijn moeder Queen. Bij Levallois heb ik nog geprobeerd een nakomeling terug te kopen, maar dat is me niet gelukt. Ik had de raad van Michel moeten opvolgen en met Queen van Berkenbroeck moeten verder fokken. Gedane zaken nemen geen keer. Gelukkig heb ik nu een merrie staan die misschien even goed kan worden. Het is een dochter van Perhaps van Berkenbroeck uit een Feinschnitt-dochter die ik ook bij Michel Spaas heb gehaald.’ Verder fokt Jaak Vermeulen tegenwoordig regelmatig met Arko III en hij zal ook in de toekomst nog met Michel samenwerken. ‘Ik heb het altijd goed met hem kunnen vinden. Hij gunde me enkele van zijn beste merries. Michel meent het oprecht goed met zijn fokkers’, aldus de landbouwer die in 2014 acht veulens had en opnieuw vijf merries drachtig heeft.
Rest ons nog één vraag. Hoe komt Jaak eigenlijk aan die vreemde stalnaam? ‘Toen ik klein was, kenden de mensen uit de buurt onze familienaam niet. Mijn grootvader heette Jacobus en mijn vader Albert. Als het over mijn vader ging, zeiden ze ‘Beirke van Jaak Dinges’. Ik kreeg de bijnaam ‘Jaak van Beirke Dinges’. Vandaar is onze stalnaam Dingenshof geworden.’ |
